Na een kaarsje op te hebben gestoken in de Mariakapel in Keins bij Schagen trekken we tijdens onze Noordkop-expeditie richting Wieringen. Onaangekondigd brengen we een bezoek aan Nel en Jaap Fijnheer die vanaf het begin betrokken zijn bij de Historische Vereniging Wieringen.
De koffie wordt gezet, de boeken opengeslagen en de historische kledingstukken komen uit de kast. Nel toont haar geborduurde hullen van Brussels kant, Jaap trekt zijn driedelig pak aan en demonstreert waar de uitdrukking ‘op je geld zitten’ vandaan komt (zie foto’s). Zijn jas is voorzien van extra diepe rugpanden en in de voering zit, je moet goed zoeken, een gat. Hierin stopten de mannen vroeger hun geld als ze naar de markt gingen, zodat ze er letterlijk bovenop zaten. Handig, geen dief die eraan kan komen.
Trots laat Jaap ook zijn zakhorloge zien dat voorzien is van een opvallend snoer (3e foto). Dat snoer heeft zijn moeder na haar verloving laten maken van haar eigen haar. Heel bijzonder! Jaap en Nel vertellen dat de Wieringers dit vroeger vaak lieten doen. Gevuld met nieuwe kennis rijden we verder over Wieringen, ontdekken een toverkei en horen over de Sammeltjes en de Heidense Kapel. We komen zeker nog eens terug om te zoeken naar nóg meer verhalen over het mystieke Wieringen.
Tot slot in de categorie weetjes: dat Wieringen tot in de vorige eeuw een eiland was is algemeen bekend, maar weet je ook dat het tot 1170 gewoon deel uitmaakte van het vasteland? Net als Texel trouwens. Tussen Texel en grofweg Enkhuizen lag een enorm bos: het Creiler Woud.
Tijdens de Allerheiligenvloed van 1170 beukten de Noordzeegolven een enorm gat in de duinen tussen Huisduinen en Texel. Het anders zo rustig kabbelende stroompje Marsdiep was nu een zeegat. Het Creiler Woud verdween compleet naar de zeebodem en Texel en Wieringen waren in één klap een eiland.