
Grote of St. Bavokerk in Haarlem
Met trots dragen de Haarlemmers hun bijnaam ‘muggen’ en dat terwijl het een scheldnaam is, bedoeld om de Haarlemmers belachelijk te maken. Waarschijnlijk zijn het de Amsterdammers die er ooit mee op de proppen kwamen.
Bos en water
Misschien wel omdat Haarlem last had van een muggenplaag. Niet onlogisch als je bedenkt dat de stad werd omgeven door talrijke bossen en veel water. Natuurlijk, het mooie Spaarne kronkelt al eeuwen en Haarlem kende ook veel stadsgrachten, vaarten en het centrum werd doorsneden door de Haarlemse Beek. Deze liep vanaf de Raaks, achter de Sint Bavokerk richting het Spaarne. In 1867 werd het water gedempt, maar de loop staat nog altijd aangegeven met tegels in de bestrating van de binnenstad.

Herinnering aan Haarlemse Beek
Niet kloek
Ergens anders duikt de verklaring op dat Haarlemmers gewoon heel klein waren, net als muggen dus.
“Haarlemmers zijn meerendeels niet alleen van korter gestalte dan de Leidenaars, maar ook veelal kleiner dan de inwoonders van andere Hollandse steden. Dit loopt zoo sterk in het oog dat men, als men wil aanduiden dat iemand niet kloek van gestalte is, gewoonlijk zegt, hij is van Haarlemmer maat.”
Buiten dat zijn muggen heel akelig en gemeen en misschien is dat ook wel reden dat de Amsterdammers ‘Haarlemmer Mug’ zo’n geschikte scheldnaam vonden voor hun niet zo geliefde buren.
Een hoop mogelijkheden dus wat betreft de herkomst van de naam, maar er zijn nog veel kleurrijker verhalen in omloop over de ‘Haarlemmer Mug’. Eén daarvan gaat over de Heks Hille Babbe.
Boze heks
De heks Hille Babbe woonde vroeger in Haarlem en om de dag af te sluiten vloog ze altijd graag op haar bezem een rondje rond de toren van de Grote Kerk (Bavokerk). Uiteraard deed ze dit pas als iedereen naar bed was, anders zou men zien dat ze een heks was. Op een zwoele zomeravond hing iedereen nog op straat rond. Het was veel te warm om te slapen. Hille Babbe ergerde zich enorm, want nu kon ze haar avondronde niet vliegen. De heks kuierde over de Grote Markt en broedde op een plannetje.
Brand
De ogen van de torenwachter vielen al bijna toe toen hij opeens een luide schreeuw hoorde. ‘Brand, braaaaaand!’ werd er gebruld. De wachter keek naar buiten en zag inderdaad een grote, zwarte rookwolk. Verschrikt greep hij zijn alarmtoeter en blies de longen uit zijn lijf.
Toen hij beneden op de markt kwam stond het al vol met mensen. Iedereen pakte een emmer en vormde een lange slinger om water uit het Spaarne naar te de kerk te brengen. Ook een gezin dat bij de Amsterdamse Poort woonde kwam in actie. Vader, moeder en zeven kinderen: allemaal renden ze richting de brand. In de massa raakten ze echter het kleinste kind, een jongetje, kwijt.
Muggetjes
Het nieuwsgierige knaapje vond het niet erg en liep in zijn eentje helemaal naar voren zodat hij die rookwolk eens goed kon bekijken. Hij tuurde met zijn kleine oogjes en zei opeens: ‘Muggetjes. Dat zijn dansende muggetjes.’ De man naast hem hoorde dit en keek ook eens goed naar de rookwolk. Inderdaad! Het waren muggen. Hij stootte zijn vrouw aan en vertelde het, maar zij geloofde hem niet. ‘Kinderen spreken de waarheid. Er is geen brand, het zijn maar muggen’, hield de man vol. Het nieuws ging daarna door de hele mensenslinger, van de één naar de ander. De emmers werden opgeborgen en iedereen ging gauw naar bed. En Hille Babbe? Die lachte zich een ongeluk en kon eindelijk haar rondje om de toren vliegen.
Geheim
De Haarlemmers schaamden zich behoorlijk voor de blunder. De volgende ochtend besloten ze dan ook dat niemand iets over dit gênante voorval mocht vertellen. De Amsterdammers of Leidenaren zouden er maar lucht van krijgen…
Iedereen hield braaf zijn mond, behalve… Hille Babbe natuurlijk! Ze was alweer vroeg op de benen en nam positie in bij de Grote Houtpoort. In ruil voor een slok brandewijn vertelde ze iedereen die het horen wilde het verhaal van de brand die geen brand was. De poortwachter probeerde nog in te grijpen door de voorbijgangers te zeggen niet naar Hille Babbe te luisteren omdat ze ladderzat was. Maar bij de Amsterdamse poort stond intussen het jochie dat de muggetjes had ontdekt. Vrolijk vertelde hij iedereen die de stad binnenkwam dat er een grote brand was geweest, maar dat het eigenlijk een muggenzwerm was!
Zij liegen nooit
En zo kwamen van twee kanten de geruchten op de Grote Markt samen. Een Amsterdammer vertelde een Leidenaar wat hij van de jongen had gehoord en de Leidenaar zei toen dat hetzelfde verhaal hem verteld was door een dronken vrouw. En dus trokken ze de conclusie dat het wel waar moest zijn, want iedereen weet dat kinderen en dronken mensen nooit liegen.
Het grote geheim van de Haarlemmers was uitgekomen. En zo komen jullie dus aan je naam, beste muggen.
Bronnen: Natuurlyke historie van Holland. Deel 3(1772-1776)–J. le Francq van Berkhey, Volksverhalen der Lage Landen – Alet Schouten en Anton Pieck, Archeologisch Museum Haarlem.

Grote of St. Bavokerk in Haarlem
[…] net een iets andere betekenis. Ze noemen Haarlemmers ook wel ‘muggen’ (waarom kun je hier lezen). Nu ben ik geen officiële Mug maar na 16 jaar hier wonen voel ik me dat wel, ik las op de […]