
Amsterdamse Waterleidingduinen/Wikimedia Commons
We schreven al eerder over de Amsterdamse Waterleidingduinen; een heerlijk gebied vol fantastische verhalen. Dat lezen we dan weer in de bundel ‘het ABC van de AWD’. Het gaat over twee jutters die zichzelf in de fik steken, de laatste raaf in Noord-Holland die uit zijn boom wordt geschoten en vandaag stuitten we op de naam Willem van der Zwet (1878-1960). Naar verluidt de beste stroper in de wijde omgeving. Hij begon als jochie en kon binnen no time tientallen strikken zetten. Hij bedacht als eerste dat het handig was geelbruine camouflagekleding aan te trekken als hij op stroperspad ging. Willem deed niks anders dan stropen, hij heeft zelfs geen dag gewerkt. Nee, Willem maakte handig gebruik van het toen gangbare systeem van opschorting en uitstel van straffen. Hij zorgde dan dat hij van half maart tot half juni zijn opgepotte straffen uitzat en weer vrijkwam als de duinen vol konijnen zaten. En veel waren het er zeker, Willem ving met gemak 50 tot 60 konijnen per nacht.
Gestikt
Niet iedereen was trouwens zo bedreven in het stropen, zo verwijst de naam Kuil van de Roode naar een stroper die tijdens het konijnendelven onder het zand kwam te zitten en vervolgens, heel naar, stikte. Dat gebeurde overigens ook al eens in Heemskerk.

Herten in het duin/Wikimedia Commons: Huhu Uet
Een schat aan informatie dus in dat ABC, maar er zijn natuurlijk altijd meer verhalen. We zochten contact met Bezoekerscentrum De Oranjekom en kregen een enthousiaste reactie van medewerkster Saskia. Ze ging voor ons op zoek! En algauw kregen we een mailtje dat ze iets op het spoor was. Weer later kregen we bericht dat het nog niet helemaal rond was, maar dat het zeker de moeite werd. Een oud-boswachter had in zijn geheugen gegraven en stuurde in delen één van zijn meeste memorabele ervaringen door. Het moest nu nog aan elkaar worden gesmeed. Daar kwam toen de verlossende mail: het meesterstuk was af. En alle betrokkenen hadden tijdens de totstandkoming grote lol.
De schrijvende boswachter
Nou, we kunnen je vertellen dat de verwachtingen torenhoog waren na zulke teasende berichten. En inderdaad, wat hebben ook wij gelachen! En wat heeft deze oud-boswachter een fantastisch schrijftalent. Nu, laten we je niet ophouden. Geniet van dit kostelijke verhaal uit de Amsterdamse Waterleidingduinen!
Boodschap uit andere wereld
Lang, lang geleden, het moet in de begindagen van Miranda’s (coördinator bezoekerscentrum red.) carrière in het Bezoekerscentrum geweest zijn, werd ik door haar op audiëntie ontboden.
In die dagen was er een mysterieuze Amerikaanse vrouw met een bijzonder verhaal en een verzoek bij haar gekomen. Die Amerikaanse had een zeer motiverende wandeling gemaakt in de omgeving van de Oranjekom en daarbij natuurkrachten ervaren die haar als stadsmens onbekend waren. Vooral de ingekerfde symbolen in de beuken in die omgeving leken haar boodschappen uit een andere wereld.
Ze vertelde, althans dat vertelde Miranda mij, dat ze een soort Teacher met volgelingen was en daarom nu in Amsterdam was om haar ideeën te verkondigen. Haar verzoek was of Miranda bereid was om een wandeling met haar gezelschap in de duinen voor te bereiden en te begeleiden. De voertaal moest Engels zijn. Uiteraard was Miranda daar enthousiast over en beloofde dat te regelen.
Engels, iemand?
Natuurlijk ging Miranda dat niet zelf doen, alhoewel zij goed Engels spreekt en bovendien afgestudeerde doctorandus in een alfawetenschap is. Excursies geven is een taak voor de boswachters. Er waren er in die tijd acht en zij vroeg het aan zeven, die allen niet konden omdat ze andere belangrijke zaken aan het hoofd hadden en bovendien geen woord Engels verstonden en laat staan spraken.
Unaniem was men van oordeel dat dat een kolfje naar de hand van mij moest zijn. Immers, ik had middelbare scholing gehad en moest derhalve Duits, Frans en Engels kunnen spreken. En inderdaad, dat was de reden dat ik op audiëntie bij Miranda moest komen. Zij vertelde mij bovenstaand verhaal en dat ik de enige was die zo’n excursie kon doen en of ik haar alstublieft uit de brand wilde helpen. Want ze had al toegezegd. Ook zou ze pleiten bij de bazen voor een loonsverhoging passend bij mijn niveau. Nou ja vooruit dan maar, Miranda weiger je niets. Een wandelingetje met Amerikanen langs beuken rondom de Oranjekom moet kunnen.

Een meer in de duinen/Wikimedia Commons
Akela
Op een doordeweekse dag, vroeg in de middag, ontmoet ik in het bezoekerscentrum de Amerikaanse Jane. Het is een vrouw van iets meer dan middelbare leeftijd. Vriendelijk, maar ook wel wat “sturend”. In ons vak noemen wij deze types “Akela”. Nou ja, vooruit maar met de geit. Ik loop met haar naar buiten, waar op de grasstrook voor het bezoekerscentrum een clubje van 10 personen staat te wachten, jonge mannen en vrouwen. Ik word voorgesteld als de voorganger in een spirituele tocht en voordat die een aanvang neemt dienen wij in een kring te gaan staan en elkaars handen vast te houden.
Priestergewaden
Op dat moment komen er gewaden, een soort priesterkazuifels, tevoorschijn. Ze worden aangetrokken en de schoenen gaan uit, waarna de kring gevormd wordt en de handen ineengeslagen. Ik word verzocht in de kring te treden om samen “één” te worden. Ik denk in het Duits, want daar heb ik een tijd gewerkt, “Wass kriegen wir jetzt nun wiedermal” en ook “Meinem English soll hier nicht reichen, damned noch mal” en ook in mijn moerstaal “Was ik maar bij moeder thuis gebleven”. Ik weiger beleefd doch resoluut en meld dat ik slechts de weg zal wijzen.
Instructies
Terwijl zij formules prevelen en een rondedansje maken, zie ik in mijn ogen Miranda en een paar boswachters achter de glazen deur van het bezoekerscentrum krom staan van het lachen.
Na deze introdans krijg ik instructies van Lady Jane:
-Ik moet voorop lopen en bepaal zelf de route.
-We moeten een lange rij vormen, een voor een.
-De onderlinge afstand moet circa 2 meter zijn en in ieder geval buiten elkaars aura. (Ik wist toen echt niet wat aura was! Maar dacht: “Toe maar, we zien wel”.
-Alleen ik praat, langzaam en alles in strikt Engels, anders word ik niet begrepen.
-De tocht moet ca. 2 uur duren.
-Er mogen geen vragen gesteld worden en absolute stilte is vereist.
-We moeten overal lang en aandachtig bij stilstaan.
-We mogen niet achterom kijken.
De handen worden gevouwen voor de borst en ik word deemoedig toegeknikt.
En daar ga ik met een rij kazuifeldragers en op blote poten. Ternauwernood onderdruk ik mijn aandrang om hard weg te lopen. Wel verlaat ik onmiddellijk het pad naar de Beukenlaan en begeef me naar het uit ieders zicht gelegen ruiterpad. Mul zand met paardenvijgen. Mmmmm….misschien vind ik dit toch wel leuk.
Stilte a.u.b.
De hoek om en ik sta nabij de duinboerderij van Ruigrok en daar probeer ik in mijn beste Engels uit te leggen dat kalfjes na de geboorte onmiddellijk weggenomen worden bij het moederdier en dat dat best wel zielig is, maar dat we anders geen melk hebben. Ik kijk om, foutje 1, en vraag of er vragen zijn, foutje 2, en ik word beloond met verwijtende blikken van de akela. En terwijl de boerenhond blaft trekt mijn karavaan verder, stilzwijgend en langzaam.
We volgen de grenssloot een poos en daar oreer ik, tenslotte ben ik benoemd als voorganger, over het begrip grens en over het natuurverschijnsel water in tegenstelling tot het zojuist ervaren fenomeen aarde (ik meende stiekem een enkeling te zien kijken naar een paardenvijg tussen de tenen). De helft of meer van de woorden van mijn betoog wist ik niet in het Engels en zei ik gewoon in het Nederlands. Dat wende wel lekker snel en ik begon er plezier in te krijgen. Ze mochten niets vragen en zeggen en 2 meter uit mijn buurt blijven. Tof.
Om kennis te maken met het begrip “boom” liep ik dwars door een perceel eikenhakhout nabij het toen nog verlengde Oosterkanaal. Hier en daar hoorde ik wat gebrom achter me, vermoedelijk omdat de kazuifelgewaden bleven haken achter lage takken. Maar daar had ik me niets van aan te trekken. Voort ging de tocht en ik vertelde steeds minder, niemand zei er wat van. Wat een prettige tocht.
Nauwelijks het eikenhakhoutbosje uit en bezig om de dam over het Verlengde Oosterkanaal naar de Beukenlaan in processie over te schrijden, komt op volle snelheid boswachter Arend op zijn brommer door de bocht gescheurd. Ik zie hem vol verbijstering zijn nek omdraaien, zijn schouders ophalen en hoofdschuddend doorrijden.
Kerfverbod
In de Beukenlaan sta ik stil bij de oude beuken en vertel in mijn beste Engels dat de toegang tot dit gebied verboden is als je vernielingen pleegt of beschadigingen aanbrengt. Het kerven van namen, initialen, harten en andere symbolen is dus strafbaar en als boswachter dien ik daarop toe te zien en als onbezoldigd ambtenaar van toen nog het Korps Rijkspolitie schrijf ik daarvoor proces-verbaal. “U bent niet tot antwoorden verplicht”. Het was niet makkelijk om dit in het Engels te verwoorden. Ik zag wel een lichte rilling, of was het een huivering, door de gelederen trekken.

Gekerfde tekens/Amsterdamse Waterleidingduinen
Verder maar weer! Ons restte nog een barre tocht. Allereerst over het Veenstort; toen een grote zandvlakte en het was warm die dag. De zon stond hoog aan een blauwe hemel. Gelukkig droeg ik geen gewaad, maar wel dienstschoenen. Model mocassin, verstrekt door het kledingmagazijn aan de Prinsengracht te Amsterdam.
Midden in deze Sahara gaf ik uitgebreid uitleg over duinvorming door stuiven in het algemeen en meer in het bijzonder over het verstuiven en overstuiven van deze oude duinen waarin we ons momenteel bevonden. Speciale aandacht vroeg ik voor de aanwezigheid van zandhagedissen die zich verscholen voor de brandend hete zon. Ik vertelde kennelijk een goed verhaal, want er werd met rode hoofden en intense ogen naar mij gekeken.
“Geen vragen?” Vroeg ik macht der gewoonte. “Oh ja, sorry, u mag niet praten”.
Ik was op het keerpunt van mijn tocht, het Vinkenveld. Daar was de afgelopen winter in het kader van het eerste Beheerplan ’80-’90 een forse dunning uitgevoerd in de uitgestrekte dennenbossen. Het hele bos lag vol met een meter hoog snoeihout en de stammen waren uitgesleept. De snelste weg terug naar het bezoekerscentrum was dwars door deze percelen. Niemand zei wat, niemand protesteerde, dus voorwaarts maar. Het viel niet mee, maar we roken een heerlijke dennenharslucht die zich vastzette op onze kleding, onze haren en vooral onze handen. Ik genoot ervan met al mijn zintuigen, één met Moeder Natuur.
Na een half uurtje klauteren in het woud liet ik de colonne stilstaan en zei: “I hear water” en “Do you hear also?”
Nobody said something to me, isn’t that sad?
Wel werd er driftig geknikt. Volgens mij hoorden ze ook water klateren. Na de laatste meters op onze knieën door en over het dunningshout gekropen te zijn belandden we bij de “zuurstofinslag” in het betonnen toevoerkanaal. Het watervalletje met een begaanbaar bermpad en een bruggetje en heerlijk koel en klaterend water.
Genoeg!
Hier brak de spanningsboog, een man zei: “Zo is het genoeg geweest, ik hou niet langer mijn mond. Ik wil praten!” “Hallo boswachter, ik ben Kees en kom uit Amsterdam. Wat een avontuur, erg leuk. Maar je Engels was niet te verstaan en bovendien spreek ik geen Engels”
Na Amsterdamse Kees sprak een Amsterdamse jonge vrouw mij aan met de woorden: “Goh boswachter, wat een geweldige tocht en wist u dat ik me nu realiseer dat ik al in geen 20 jaar meer contact heb gehad met Moeder Aarde?” Op mijn vraag “Hoe bedoelt u?” antwoordde zij: “Ik ben in geen 20 jaar Amsterdam uit geweest en daar is alleen asfalt en klinkers. Dus er zat altijd iets tussen, snappie?”
“Ja schat, we snappen je, maar nu snel naar de Oase voor een snaps, snappie.” “Mooie tocht boswachter, maar heftig en warm. Dus kunnen we snel naar de kroeg?”
Lady Jane keek bij dit ontspoorde gebeuren wat ongemakkelijk, maar realiseerde zich waarschijnlijk dat Amsterdammers behoren tot een vrijgevochten stam. Opgelucht kon ik de wandeling voortzetten en gezellig keuvelend en hand in hand, vrienden voor het leven, liepen we in straf tempo terug richting kroeg. Ook echt Amsterdams.
Lady Jane heb ik nooit meer gezien of gesproken.
Bij de bewuste boom aan de Beukenlaan met symbolische satan tekens heb ik onbewust het verhaal van het verbod op kerven verteld.
Niemand heeft mij er toen nog naar gevraagd. Pas nu jaren later!

Duivelse tekens/Amsterdamse Waterleidingduinen

Satansboom/Amsterdamse Waterleidingduinen
Tot slot.
Kort na deze wandeling werd ik, door het bedrijf, naar een cursus Engels gestuurd.
In eigen tijd met een kleine tegemoetkoming in de kosten.
De door Miranda toegezegde salarisverhoging in verband met mijn middelbare niveau heeft nooit plaatsgevonden.
Ik heb nooit enig compliment ontvangen voor deze “heldendaad”, slechts hoongelach was mijn deel.
Het heersende idee dat het boswachtersschap een romantische aangelegenheid is, is met dit ijzingwekkende verhaal ontzenuwd.
Huub Adank, oud-boswachter in de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Bronnen: grote dank aan Huub voor dit verhaal en ook aan Saskia Voolstra die naar aanleiding van ons verzoek op onderzoek uitging. Navraag leert nog dat de tekens in de Satansboom er zeker in 1960 al waren en er toen net zo oud als nu uitzagen. En wij maakten gebruik van ‘Astrid, Barnaart en Cycloop: het ABC van de AWD’ door Gert Baeyens.