Naar wij weten kent Noord-Holland tegenwoordig geen tovenaars meer, maar vroeger waren er wel een paar. Eén van hen woonde in Berkhout. Herk Ooievaar was zijn naam.
Dierenkop
Herk vrat de meest vreemde dingen uit. Zo was hij eens op deftige visite toen hij besloot dat het tijd was voor wat leven in de brouwerij. En plots barstte iedereen in lachen uit. De één had opeens een varkenskop gekregen, de ander een spreeuwenkop en ga zo maar door. Van zichzelf had geen van de gasten door dat ook hij een dierenkop had.
Vastzetten
De trekschuit naar Hoorn bleef onderweg vaak steken. Dat had Herk dan gedaan. Iemand werd van de schuit terug naar Berkhout gestuurd- vaak al meer dan een uur lopen- om Herk te vragen of hij de schuit weer los kon maken. Nog voor de boodschapper uit Berkhout vertrokken was, schoot de schuit los en ging er zo hard vandoor dat men het paard niet meer bij kon houden. Diezelfde truc haalde hij overigens ook regelmatig met rijtuigen uit.
Wildplasser
Op een zondag stond eens een Duitse maaier wild te plassen, vol in het zicht van het kerkgaande publiek. Herk vond het bar onbeschoft en sprak de man aan. ‘Dat goat joe niet an’, was het botte antwoord. ‘Blijf dan zoo staan’, vervolgde Herk en de hele kerkdienst heeft de man in dezelfde houding gestaan.
Zwarte kunst
Op een gegeven moment sprak natuurlijk het hele dorp over die wonderlijke Herk die de zwarte kunst leek te verstaan. Alleen de dominee van Berkhout moest er niets van hebben, hij geloofde er niet in. De dominee ging een hapje eten bij Herk. Nou dat heeft die arme man geweten, want Herk nam hem flink in de maling. Toen de dominee zijn pijp wilde stoppen bleef zijn arm krom staan, of kon hij juist zijn vingers niet krom krijgen. En bij het eten kreeg hij zijn lepel niet tot aan zijn mond. Je begrijpt, ook de dominee geloofde sinds die dag in de zwarte kunst.
Boekje
Maar hoe was het dan mogelijk dat Herk dit allemaal kon? Nu, dat is simpel; hij was in het bezit van een Duivelsboekje. Hij had het ooit gekregen van een schippersknecht die al alles had gedaan om er vanaf te komen. De man had geprobeerd het te verbanden en nog zo meer zaken, maar niets hielp. Want dat is het bijzondere van zo’n boekje: als je het eenmaal hebt kan je het slechts kwijt aan iemand die sterker is dan jij. Pas toen de schippersknecht Herk tegenkwam slaagde hij in zijn verwoede pogingen het boekje te lozen.
Ook Herk wilde op een gegeven moment van het boekje af, maar nooit vond hij iemand die sterker was dan hij.
(Bron: Hollandsch Sagenboek door J. Sinninghe)
Hans Overduin says
Lees ter vergelijking eens het hoofdstuk “Het toverboek van Jochum Bos” uit Henk Vreekamp’s “De tovenaar en de dominee”.