Nabij de Sint Aagtendijk in Beverwijk, bij de voetbalvelden waar Rafael van der Vaart zijn voetbalcarriere begon, stond vroeger het kasteel Adrichem.
De heer van Adrichem leefde als alleenstaande man in zijn grote kasteel. Op een dag zag hij in het water vlakbij zijn woning een prachtige zwanejonkvrouw zwemmen. Zij had haar zwanehemd afgelegd en de heer zag zijn kans schoon. Hij nam het hemd mee zodat zij hem wel moest volgen naar het kasteel. Hier leefden zij vanaf dat moment samen als man en vrouw.
Jaren later wilde de heer toch liever een gewone echtgenote. Toen de zwanevrouw dit hoorde stortte zij overmand door verdriet ter aarde en stierf. In de gedaante van een treurige zwaan verdween zij in het niets.
Als later het kasteel door onheil werd bedreigd hoorden voorbijgangers droeve geluiden en zagen daar een schitterende witte zwaan boven het kasteel Adrichem zweven.
Net als veel andere kastelen die de skyline van Beverwijk en Heemskerk ooit domineerden, is kasteel Adrichem met de grond gelijk gemaakt. Gijsbert Karel van Hogendorp liet het slopen aan het begin van de 19e eeuw.
(Uit ‘Kennemerland. Balladen.’ van W.J. Hofdijk. Afbeelding van Roelant Roghman: Het Huis Adrichem van vooren en op de rechtersyde)