.
Reuzen hebben lange tijd onze provincie bevolkt. Zo schreven we eerder al dat Haarlem gesticht is door een reus (Heer Lem). Maar ook noordelijker waren veel reuzen te vinden. Ursem is zelfs naar één van hen vernoemd.
Grote steen
Vlak bij een dorpje waar we de naam niet van weten, lag een grote steen. De dorpelingen wilden de steen graag kantelen omdat op de bovenkant de volgende tekst stond gebeiteld:
‘Wat zou het je verwonderen, als je me zagge van onderen.’
Helaas, niemand kreeg het enorme ding in beweging.
Op een dag kwamen de twee reuzen Valentijn en Ursen voorbij gewandeld. Ze zagen de tekst en wilden net zo graag als ieder ander weten wat er dan aan de onderkant te vinden was. Met weinig moeite wipten de sterke reuzen de kei om en lazen:
‘Hé wat ben ik blij, dat ik leg op m’n andere zij!’
Boze reuzen
Valentijn en Ursen waren zo kwaad na het lezen van deze onzinnige boodschap dat ze de steen oppakten en hoog de lucht in slingerden. Hij viel boven op het dorpje dat direct in brand vloog, waarna alle huizen afbrandden. Het dorp werd herbouwd en ter nagedachtenis aan al dat opmerkelijks noemden de bewoners het naar de reus Ursen. Uiteindelijk is dit verbasterd in Ursem.
Rond 1900 zou de steen nog steeds in Ursem gelegen hebben. Als iemand weet of dit nog steeds het geval is horen we dit graag!
(Uit het ‘Hollandsch Sagenboek’ van J. Sinninghe)