In het midden van de 19e eeuw strandde voor Wijk aan Zee een Engels schip. De bemanning werd gedeeltelijk gered, maar het schip ging verloren in de golven.
Verdachte strandvonder
Aan boord zou zich een scheepskas bevinden met daarin een grote pot vol gouden guinea’s (oude Engelse munten). In de volksmond werden deze gouden gunjes genoemd. Het verhaal wil dat de strandvonder van Wijk aan Zee deze pot vol gunjes gejut had. Echter kon niemand het bewijzen en van de munten ontbrak ieder spoor. Tótdat zijn vrouw er eentje omwisselde in Haarlem.
Schatzoekers
Maar bij die munt bleef het, nooit heeft iemand er nog één gezien. De verdenking tegen de strandvonder bleef; men nam aan dat hij de pot onder zijn huis of in de tuin had begraven. Hij woonde in één van de oude vissershuisjes aan de Gasthuisstraat. Inmiddels staat hier een seniorencomplex met de toepasselijke naam Gouden Gunje.
In de loop der jaren hebben heel wat schatzoekers hun geluk beproefd rond de plek waar de strandvonder ooit woonde. Zonder resultaat, vooralsnog..
Bron: verhaal zoals opgeschreven door E. Gerritse (1982)