Das raar: Wormerveerders werden door hun buren uitgescholden voor ‘lillike gladoor’ en de Twiskers gek genoeg ook.
Oliemolens
In Wormerveer stikte het vroeger van de oliemolens. De dorpelingen lieten er maar liefst 47 bouwen, een paar daarvan buiten het dorp. In die molens heerste door de persen constante herrie dus je verstond elkaar voor geen meter. Tenzij je je geoliede hand achter je oren deed, dan lukte het communiceren enigszins. En dus liepen de molenaars dagelijks met olie achter hun oren. Echte gladoren.
Of het echt zo is gegaan van -Wormerveerder tot gladoor- blijft gissen, maar het klinkt best aannemelijk. Maar dan Twisk. Een dorp niet bepaald bekend om z’n oliemolens. De verklaring voor de scheldnaam gladoor is hier wat minder alledaags.
Ze luisteren niet
Grote Pier, de beruchte Friese krijgsheer, landde op 24 juni 1517 met een enorme scheepsvloot bij Wervershoof. Hij walste door naar Medemblik, nam de stad in en trok vervolgens plunderend door Opperdoes en Twisk. Een paar Twisker boeren poogden heldhaftig stand te houden en weigerden hun bezittingen af te geven. De mannen van Grote Pier namen ze toen maar gevangen. Onder het mom van ‘luisteren kunnen ze toch niet’ werd de boeren hun oren afgehakt. Vanaf toen moesten die arme Twiskers als gladoren door het leven.
Bronnen: Historische Vereniging Wormerveer, De Zaansche volkstaal: Bijdrage tot de kennis van den woordenschat in Noord-Holland door G.J. Boekenoogen, Zaanse Taalpagina’s, De Kroniek: Graft- de Rijp en Schermer -1 september 2009.