Ergens op het Wad bij Wieringen lag ooit een stad, Grebbe genaamd. Over de oorsprong van de stad en haar bewoners is weinig bekend. In de loop der eeuwen is beweerd dat de Romeinen de stichters waren, volgens anderen werd Grebbe door reuzen bewoond. Een mysterie, voor altijd waarschijnlijk. Zeker is wel dat Grebbe door de golven is verzwolgen.
Watervloed
Francis Allan schreef in 1855 een boek over Wieringen en vermeldt daarin dat Grebbe in 350, 533, 695 of 733 door het water weggevaagd moet zijn. Een ruime marge dus. Meneer van der Monde schreef twee decennia eerder een geschiedenisboek en heeft het daarin over de vreselijke vloed van 333 ‘waarbij de Zijpe in Noord-Holland is ingebroken, en Grebbe, eene stad aan het Eimer Zwin (thans nabij het Nieuwe Diep), moet verzonken zijn.’ Hij meldt daarbij wel dat dit verhaal steunt op een kroniek die gerekend kan worden tot één der minst kritische van alle vaderlandse jaarboeken. ‘Intusse wil men, dat hunne berigten over de stad Grebbe, door latere nasporingen bevestigd worden.’
Opgegraven schedels
Wieringen was vroeger richting het noorden zo uitgestrekt dat ‘menige boer maar twee vrachten hooi op één dag kon halen.’ En vanaf die noordkant hadden de Wieringers bij laag water uitzicht op de resten van Grebbe. Dat uitzicht hadden de eilanders tot in de 19e eeuw. In diezelfde periode werden op de Westwal, ten noorden van Wieringen, met regelmaat resten van gebouwen opgegraven. Van Grebbe dus. Men maakte uit de vondsten op dat de verzonken stad in de vorm van een ‘cirkelsector’ was gebouwd. De op dat moment nog voorkomende namen Noorderzijl en Zuiderzijl (ook ingetekend op bovenstaande kaart) waren naar alle waarschijnlijkheid sluizen aan de noord- en zuidkant van Grebbe. Ook kwam er een heel kerkhof boven water. De kisten werden grondig onderzocht en bleken vervaardigd uit zeer stevig hout. Van buiten was het helemaal verteerd, maar aan de binnenkant was de boel nog redelijk intact. Ook de botten en schedels, met mooie witte tanden, waren goed bewaard gebleven. Men vond het wel opmekrelijk dat de deksels van de kisten uit dwarsplanken bestonden en dat ze enkel in noordwestelijke of zuidwestelike richting waren geplaatst. Ook werd er op de plek van de verzonken stad naar tufsteen gevist. Hier werd dan in Amsterdam cement mee gemaakt. Tijdens het tuf vissen zouden ook enkele oude beelden omhoog zijn gekomen.
Zondigheid en genotzucht
De Wieringers wisten niet alleen van de stad Grebbe die het had afgelegd tegen de golven. Ze wisten ook de namen van minstens zeven dorpen die naar de zeebodem waren verdwenen. Met recht een verzonken land dus. Maar Grebbe -zo mysterieus- sprak het meest tot de verbeelding. Men vertelde elkaar dat de bewoners van die oude stad in grote zondigheid en genotzucht hadden geleefd. Zou de zee ze daarom zo te grazen hebben genomen?
(Bronnen: ‘Het eiland Wieringen en zijn bewoners’ van Francis Allan, ‘Verscholen in Noord-Holland’ van Peter Gerritse en Henk Tol en www.pagowirense.nl, Geschiedenis der Beschaving C.F. van Duyl, Handleiding tot de algemeene geschiedenis der Nederlanden, inzonderheid ten gebruike bij academische studien: Volume 1, N. van der Monde, Bataviaasch Handelsblad 06-07-1877).
Marisca says
Wat een heerlijk initiatief. Ik zal ernaar verwijzen op mijn site. En ga natuurlijk zelf geregeld kijken. Ken je het boek ‘O Holland schoon’ van M.A.Prick van Wely? Hierin worden in oude liederen/gedichten oude dorpen en steden bezongen. Met leuke oude prenten erbij. Misschien ergens een leuke aanvulling voor.
Hartelijke groet
Marisca van der Eem.