Eigenlijk moeten we een aparte torenpagina in het leven roepen. Want elk dorp z’n toren, elke toren z’n eigen verhaal. Over inventieve methodes om de klokken in te hijsen bijvoorbeeld, of een mysterieuze gouden klepel. Of torens die op wonderlijke wijze hun spits zijn kwijtgeraakt, torens met ankers erin en torens waar heksen omheen vliegen. Zo kunnen we wel even doorgaan. Maar de toren van Aartswoud heeft, naar ons weten, een uniek probleem. Ooit werden de vier hoeken gesierd door zware stenen bollen. Maar sinds jaren ontbreekt er één, de noordoostelijke bol.
Oude toren, nieuwe kerk
De toren van Aartswoud is een robuust ding en gaat al mee sinds de 16e eeuw. De kerk is een stuk nieuwer; in een krantenartikel uit 1883 lezen we dat die er zo slecht aan toen was dat alles tot de grond toe werd afgebroken om vervolgens op dezelfde plek een nieuwe kerk te bouwen. ‘De oude toren zonder spits zal zijn best doen om een waardige figuur te slaan naast zijn aanstaande jeugdige wederhelft.’
Onweer
Maar enkele jaren later, zo in de jaren 90 van de 19e eeuw, werd Aartswoud getroffen door een hevig onweer. De noordoostelijke bol werd van de toren geslagen en volgens getuigen raakte de gloeiende en inmiddels gespleten bol een paar uilen om vervolgens op de grond enkele mooie grafzerken te vermorzelen. Van het projectiel werd niets meer teruggevonden.
Biljart
De steenhouwer werd aan het werk gezet om een nieuw exemplaar te maken, maar ook die werd van de trans geslagen. En zo herhaalde de geschiedenis zich enkele malen. Men repte over ‘De Grote Biljarter Die Heel Het Zwerk Bestiert’ en met zijn keu steeds tegen de noordoostelijke bal stootte en scoorde.
Tot acht keer aan toe speurden de Aartswouders het kerkhof af als de bol weer naar beneden was gerold, maar ze vonden niets terug. Het kerkbestuur was er toen wel klaar mee en besloot dat de toren ook heel mooi was met slechts drie versierde hoeken.
Bronnen: Verscholen in Noord-Holland, door Peter Gerritse en Henk Tol en De Amsterdammer van 24-02-1883